Dag 2 (Het ongeluk) in Karinjini NP jul 2011 - Reisverslag uit Sydney, Australië van Neat Nonsense - WaarBenJij.nu Dag 2 (Het ongeluk) in Karinjini NP jul 2011 - Reisverslag uit Sydney, Australië van Neat Nonsense - WaarBenJij.nu

Dag 2 (Het ongeluk) in Karinjini NP jul 2011

Door: soesma

Blijf op de hoogte en volg Neat

02 Juli 2011 | Australië, Sydney

In de ochtend trekken we naar een ander stuk van het park en begint een serie gevaarlijke klimtochten.

Dit is de eerste keer dat ik het gevaar groot vind worden. Het is anders dan mijn tocht door Sapa in Vietnam, waar ik regelmatig uitgleed over de modderige wegen en ik makkelijk naar beneden had kunnen glijden, ware het niet dat er twee kleine vietnamese vrouwtjes mij aan de hand hielden. Hier was er geen mogelijkheid om elkaar vast te houden. Het was er simpelweg te smal voor. Een misstap langs de nauwe randen van de rotsen, waar we ons langsschoven en je ligt in het rotsige water.

Was Luke erbij geweest, dan had ik het zonder mijn adem in te houden gedaan. Maar nu voelde ik mijn onzekerheid over mijn klimvaardigheden groeien met de seconde.
Wederom was de tocht het uitzicht waard en was ik blij dat ik het gezien had.

De tocht heeft mijn wil om mijn plan uit te voeren nog meer versterkt en zodra het lunchtijd is loop ik weg, koop ik een telefoonkaart en pleeg een telefoontje.

Omdat het weekend is, krijg ik de persoon die ik nodig heb niet te pakken, dus probeer ik het te regelen met de dag-supervisor van het toerbedrijf. Ik vertel hoe ik mijn toer en de gids tot nu toe ervaar en dat ik op deze manier niet verder wil gaan met de tour. Ik heb te veel geld betaald om me ongelukkig te voelen. Zoals gewoonlijk komt de dame niet met een echte oplossing en hierop anticiperend had ik zelf een andere optie bedacht, namelijk of het mogelijk is om op de volgende toergroep te wachten. Ze kijkt het voor me na, maar helaas de volgende groep zit helemaal vol. De eerstvolgende mogelijkheid is over twee weken. En de dagen ertussenin moet ik zelf bekostigen. Ik wil er over nadenken en de dame vraagt me om maandag terug te bellen als de manager aanwezig is. Zij zal een notitie bij hem achterlaten.

Terug in het kamp, zegt Jules op een strenge toon om me altijd te laten weten waar ik naartoe ga. Er zitten hier slangen en dergelijke. Ook al snap ik de bezorgdheid, blij word ik er absoluut niet van en vertel haar chagrijnig dat ik naar de w.c ga en ik hopelijk over een kwartier wel terug ben.

Na de lunch staat een nog gevaarlijkere tocht op ons te wachten. Wederom krijgen we een absolute zenuwslopend praatje en bijna bibberend beginnen we de klim. Mijn hart slaat een aantal keren over, wanneer ik soms even mijn grip verlies en nog niet uitglijd en naar beneden donder. Hierbij komt dat Jules vertelt dat ze op de rotsten is uitgegleden en haar knie heeft bezeerd, slechts twee weken geleden. Mijn vertrouwen in haar zakt nog meer.

Op de terugweg besluit ik in plaats van te klimmen te zwemmen door de smalle wateren tussen de rotsen in. Het leek een goed plan, maar het water was zo ontieglijk koud, dat ik na vijf minuten al het gevoel krijg dat mijn lichaam in shock zal raken. Ik weet het einde te halen en droog op in de zon.

We zijn er nog niet. Er is nog een klim, die nog gevaarlijker is, vanwege water dat over de rotsen stroomt. We moeten goed kijken hoe zij het doet en haar nadoen. Mijn vertrouwen in haar kundigheid is echter gezakt naar een nulpunt. Desondanks probeer ik haar te volgen en niet teveel na te denken over de gevaren. Er zijn hier zoveel mensen, dat ik volgens mijn redenatie dit ook moet kunnen.

Met moeite weet ik de spiderwalk te volbrengen en een paar snelle foto’s te maken. Dan moet ik helaas nog terug. Nadat we klaar zijn met deze tocht heb ik geen zin meer om nog iets te doen. Ik vind de hoeveelheid spanning wel genoeg voor een dag. Er blijkt echter nog een klein stukje te zijn die leidt naar een prachtige waterval.

Alles in mijn lijf zegt nee, maar omdat ik niets wil missen, niet van opgeven houd en geen spijt wil krijgen dat ik straks iets moois gemist heb, ga ik toch achter mijn gids aan. Een keuze die ik later nog regelmatig overpeins.

Het laatste stukje is de handrail pool. Je houdt je vast aan een metalen handrail, loopt door het water (bovenaan van de waterval)en gaat dan een bocht om naar links waar je vervolgens langs de waterval naar beneden kan klimmen. Iets eerder in de tocht heb ik mijn schoenen op aanraden van Jules uitgedaan. Haar reden: dan worden je schoenen niet nat. Sommigen van ons lieten hun schoenen achter en ik vroeg aan Jules of dit verstandig is. Haar antwoord was: ja.

Nu liep ik met natte voeten door de stroming over rots en hield ik me vast aan een natte handrail. Mijn hart klopt zo hard dan ik denk dat mijn hoofd gaat ontploffen. Alles in mijn lijf is verkrampt van de spanning en mijn gevoel zegt nog steeds: Ga terug! Ik kijk over mijn schouder naar de waterval en in een seconde neemt de stroming mijn voeten mee, verlies in de grip op de natte handrail en glij over de waterval naar beneden!

Ik hoor een gil en weet meteen wie het is: Jules, de dappere gids. Ik gil niet. Ik gil nooit. Geen tijd voor. Ik probeer mijn val af te remmen, maar het lukt niet. De rotsen van de waterval richten allemaal naar beneden en zijn natuurlijk te glad door het water. Ik voel hoe ik tegen de rotsen aansla en val ik het koude water. Ik heb geen tijd om te merken hoe koud het is, zoals vanochtend toen ik het water in plonste en ik verstijfde van de kou. Ik viel en het enige wat ik tegen mezelf op een uiterst kalme toon tegen mezelf zei: okee, niet in paniek raken, maar rustig naar boven zwemmen. En dat deed ik. Ik kwam boven en zwom naar de dichtsbijzijnde rots en voelde toen voor het eerst hoeveel pijn ik in mijn onderrug had. Ik hield me vast aan de rots, terwijl het water van de waterval over me heenstroomde.

Ik keek naar rechts en zag dat Jules al naar beneden was geklommen. Het verbaaste me dat ze nog niet in het water was gesprongen en tegelijkertijd verbaaste het me niet. Ik voelde irritatie opkomen toen ze naar me riep om naar de kant te zwemmen. Ik vertelde haar dat ik mijn benen niet kon bewegen door de pijn. Haar antwoord: je kan het wel, je benen bewegen nu toch ook?! Ik besefte dat ik niet op haar hulp hoefde te rekenen en probeerde voorzichtig mezelf naar de waterkant toe te schuiven langs de rotsen. De pijn was inmens, maar in het water blijven was geen optie. Ik kreeg mezelf niet op de kant en riep met een uiterst beheerste kwaadheid naar Jules dat ze NU in het water moest komen. Jules daarentegen kwam het water niet in, maar probeerde me uit het water te trekken vanaf de kant. Ik schreeuwde om me met rust te laten. De kwaadheid was nu even groot als de pijn. Zij is mijn meest waardeloze gids ooit en deze situatie bevestigde mijn vermoedens over haar kwaliteiten.

Ik wist me half uit het water te krijgen, maar kon niet zitten. Mijn onderrug en kont dobberde in het water terwijl ik op mijn armen en mijn rechterbeen steunde. Mijn linkervoet deed te pijn. Uiteindelijk kwam Jules aanzetten met een isolatiedeken en wikkelde die om mijn natte kleding heen. Ze kwam een stukje in het water en steunde mijn rug met haar been. Het enige wat ze maar bleef zeggen is dat ze bang was voor onderkoeling. Het enige wat ik bleef denken is voor wie ze banger was, mij of zichzelf?

De oude chagrijn uit mijn groep rende terug naar de noodtelefoon, twintig minuten terug op het pad. Ze kwam terug met een aantal vragen of mijn pijn en verwondingen en rende weer terug. De ambulance was onderweg, maar omdat ze vanuit het ziekenhuis in Tom Price kwamen, zou het zeker een uur duren. En met al dat heen een weer rennen waren er al veertig minuten voorbij gegaan. Neeeee, zo lang nog?!

Zoals gewoonlijk wist Jules me nog meer op te beuren met de mededeling dat het nog veel langer kan duren als ze me niet op de brancard mee terug kunnen krijgen.
Ik probeerde er niet aan te denken.

Inmiddels kreeg ik nog een trui om me heen en werden mijn voeten gemasseerd door het Japanse meisje, waardoor mijn bloed bleef stromen.

De Rangers waren als eerste terplekke. Ze legden me op een houten brancard om mijn rug. De meest veilige positie, maar voor mij ook de meest pijnlijke. Ik wist meteen dat er iets niet goed zat in mijn rug en wilde op mijn zij. Dat mocht niet. Ze deden mijn natte kleding uit en wikkelde mij in mijn natte bikini in een nieuwe set dekens.

Opdat zij met mij bezig konden zijn, moest Jules uit de weg. En van alle mogelijke manieren dat ze uit de weg had kunnen gaan, koos zij eentje die mijn woede nog meer aanwakkerde. Ze sprong het water in. Nu kun je dat wel?! Als ik je vertel dat ik je nodig heb in het water, weiger je, maar nu??!!
De toergroep werd gevraagd te vertrekken en daar was ik blij om. Ik kon Jules neplach niet meer zien.

Het ambulance personeel arriveerde als tweede. Ze deden opnieuw een aantal testjes, zoals mijn sensatiewaarneming. Ik probeerde te vertellen waar in mijn rug de pijn zat. Maar op het moment dat je onderkoelt bent, je hoofdprioriteiten zijn om jezelf warm te houden en de pijn te blokkeren en engels niet je eerste taal is, wordt het opeens een stuk lastiger iets medisch uit te leggen. Ik kon de plek niet aanwijzen en wist even niet meer hoe het gebied heet. Het was een gokje dat ze begrepen waar de pijn zat.

Ze zetten mij over in een andere brancard die niet veel comfortabeler was dan de eerste. Ik werd helemaal ingebonden, zodat ik niet teveel kon bewegen. Het gaf mij een benauwend gevoel.

Ik mocht een lichte pijnstiller inhaleren, maar het hielp helemaal niet. Ik had dorst, maar mocht niet meer dan twee dopjes water drinken.

Nadat herhaaldelijk mijn verzoeken om op mijn zij gekanteld te worden werden geweigerd, vertelde ik dat ik me misselijk voelde. Opeens mocht ik wel op mijn zij gelegd worden, want ze wilden niet dat ik zou stikken in mijn eigen braaksel. Fijn.

Dan denk je dat je er bent, maar toen kwam het slechte nieuws. Ze konden me niet omhoog terug dragen en we moesten wachten op de klimmers.

De lange reddingsoperatie ging nu pas van start. Touwen vlogen van de hoge rotsten naar beneden en 5 uren later, toen alles op zijn plek lag, kwam er een man met een raar soort kano naar ons toe.
Mijn geklappertand was nog steeds niet helemaal weg, (lichaamstemperatuur was 30.4graden) maar ik deed mijn best te horen wat er ging gebeuren. Ze zouden me met brancard en al overzetten in het bootje, me goed vastmaken en me naar de kant tillen, waar het bootje vastgemaakt zou worden aan touwen. Vervolgens zou Smarty (zo heet hij vast niet in het echt!) met me mee naar boven klimmen, terwijl bovenaan de rots een team ons naar boven hijsde.

Even vroeg ik me af waarom het zo langzaam ging, maar toen ik heen en weer begon te bungelen en af en toe klem kwam te zitten tussen rotsen en bomen, begreep ik de snelheid en de begeleiding.

Dit was eng. Vanaf het moment van de val, ben ik niet een seconde bang geweest. Maar nu lag ik hier in een raar bootje met een kap erop, volledig ingebonden en tientallen meter boven de grond. Het idee van vallen schoot door mijn hoofd en ook al is dit niet een fijn idee, het ergste vond ik het feit dat ik me niet kon bewegen. De totale afhankelijkheid van een ander is iets wat mij als altijd zelfstandige en feministische vrouw erg tegenspreekt en me angst inboezemde. Dit is vreemd genoeg het enige moment geweest dat ik angst voelde.

Eenmaal boven, na toch zeker meer dan een half uur stond er een heel team op me te wachten. Ik was versufd en mn arm deed pijn omdat de riem te strak was aangetrokken.

Ik werd overgezet in de ambulance en terwijl ze me op de brancard naar binnenreden zag ik mijn eigen reflectie in de achterklep. Whaaah Wie is dat enge mens?! En wat heeft ze met haar haren gedaan? heheh Met andere woorden: ik zag eruit als een vogelverschrikker. Of moet ik zeggen als een verschrikt vogeltje? Achja niets aan te doen.

Mijn gids stond bovenaan op me te wachten met twee meiden uit de groep en het liefst had ik haar een mep gegeven. Gelukkig was ik ingebonden en kon ik snel mijn aandacht op de andere richten.
Tot snel, riep ik en bedankt voor jullie hulp.

Bedankt allemaal riep ik nog voor de klep van de ambulance dichtging en in de verte hoorde ik iemand zeggen: our pleasure.

De rit naar het ziekenhuis duurde een uur en ik vroeg weer op mijn zij gelegd te worden in verband met mijn misselijkheid. Nu was ik niet misselijk, maar het kon zeker nog komen.

Tijdens alle uren van wachten probeerde ik in slaap te vallen. Hoe heerlijk is de ontwetendheid tijdens de slaap? En hoe snel gaat de tijd voorbij als je in dromenland bent? Snel. Voorwaarde is wel dat je in slaap moet kunnen vallen. Mijn lichaam liet het niet toe.

Waarschuwingen werden continu naar mijn brein gestuurd: pijn, pijn, pijn, pijn, pijn. Doe er iets aan, is de boodschap. Af en toe hoorde ik de zusters gezellig bijkletsen en dan sufte ik weg. In een soort zen-modus kwam ik aan in het ziekenhuis. Het is een vreemde gewaarwording om ergens binnen te komen en niets meer dan het plafond te zien en stemmen te horen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Neat

http://www.neatnonsense.com

Actief sinds 07 Aug. 2010
Verslag gelezen: 130
Totaal aantal bezoekers 58830

Voorgaande reizen:

15 Februari 2013 - 15 Augustus 2013

Neat Nonsense in Canada !

27 Januari 2012 - 03 Maart 2012

Filipijnen en Indonesie 2012

20 Oktober 2010 - 21 December 2011

Mijn eerste reis naar Azie

24 December 2010 - 30 November -0001

Het land van Oz

Landen bezocht: